Ameland in de oorlogsjaren

 Leestijd: iets langer dan 6 minuten

De dag waarop de Duitsers Nederland binnenvielen, had Ameland niet veel te vrezen van het oorlogsgeweld. De exacte datum van de machtsovername is onbekend, maar deze vond in ieder geval voor 17 mei 1940 plaats. Op die datum kwamen zo’n zestig Nederlandse militairen aan in Leeuwarden, die tijdens de mobilisatie op Ameland waren gelegerd. De Duitsers dwongen ze het eiland te verlaten. De machtsovername verliep gemoedelijk, volgens de overleveringen en
fotoboeken.

Duitse en Nederlandse militairen poseren gemoedelijk voor een foto aan het einde van de Strandweg in Nes. De strandpaviljoens Scheltema en Steinvoorte zijn nog net zichtbaar.

Na de capitulatie

De dagen na de capitulatie deden zich geen bijzondere incidenten voor. Al snel verschenen de eerste vakantiegangers alweer op het eiland. Het was op Ameland veiliger dan elders in ons land, schreef de doopsgezinde predikant W. Banga in de Leeuwarder Courant. Hij bracht er een korte vakantie door, hoorde ’s nachts af en toe vliegtuigen overvliegen en zag hoe aangespoelde zeemijnen onschadelijk werden gemaakt, maar verder genoot hij tamelijk zorgeloos van de rust.

Met regelmaat spoelden op de stranden van Ameland zeemijnen aan, die deskundig onschadelijk werden gemaakt.

De komst van vakantiegangers werd vanaf 31 mei bemoeilijkt door een Britse luchtaanval waarbij de veerboot ‘Ameland’, gelegen aan de steiger in Nes, vrijwel geheel werd vernietigd. Ook de steiger zelf liep zware averij op. Vanaf eind augustus beperkte het reizigersvervoer zich tot militairen en beambten. Zonder Ausweis was het niet langer mogelijk het eiland te bezoeken of te verlaten.

Kust- en luchtverdediging

Dat Ameland net als de andere Waddeneilanden van strategisch belang was, bleek al snel uit dekomst van Duitse mariniers, direct aan het begin van de oorlogsjaren. Zij bemanden de bunkers die in de loop van de oorlog op Ameland werden gebouwd en bedoeld waren voor de verdediging van de kust en het luchtruim.


De grootste stelling kwam op de westelijke punt van het eiland te liggen, bij Hollum. De woongebouwen die bij deze zogeheten Flak batterij werden gebouwd, waren zo comfortabel dat ze na de oorlog nog lange tijd als jeugdherberg werden gebruikt.

Om de kustlijn vanuit de Flak stelling bij Hollum scherp in de gaten te houden, gebruikten de Duitsers deze voor die tijd geavanceerde kijker. Na de oorlog hadden de vuurtorenwachters van Ameland er nog jarenlang plezier van.

Duitse soldaten stonden overal paraat. Ook bij deze bunker in de duinen bij Bure Blinkert.

Oorlogsgraven op Ameland
Net als op de andere Waddeneilanden werd er op Ameland radarapparatuur geïnstalleerd. Deze speelde echter een minder grote rol dan de belangrijke radarposten op Terschelling en Schiermonnikoog, die aan de basis lagen van aanzienlijke verliezen onder de geallieerden. Maar ook Ameland werd geregeld met de strijd in de lucht en op zee geconfronteerd. Het aantal crashes op het eiland zelf was beperkt, maar rond Ameland vielen veel slachtoffers. Ook spoelden vooral na de Slag om Duinkerke op de stranden van Ameland veel stoffelijke overschotten van Engelse en Franse militairen aan.

Na de Slag om Duinkerke (27 mei-4 juni 1940) spoelden er overal langs de Nederlandse kust gesneuvelde militairen aan. Ook op de stranden van Ameland.

De bezetting

Tijdens de bezettingsjaren deed iedereen op Ameland, zowel de bewoners als de Duitsers, zijn best om de situatie leefbaar te houden. In heel Nederland waren de activiteiten op militair vlak beperkt en Ameland maakte daar geen uitzondering op. Er was genoeg tijd voor ontspanning en ruimte voor ontmoetingen tussen eilandbewoners en Duitse militairen.

Genoeg tijd voor ontspanning, ruimte voor ontmoetingen, zoals tussen deze kinderen in Nes en de Duitse soldaat te paard, in juli 1941.

Duitse soldaten ontdekten de charme van Ameland en recreëerden op het strand tussen Nes en Buren.

Bewoners en bezetters waren eensgezind bij het bewaren van de ‘lieve vrede’ op Ameland. Niet zelden werd er gezamenlijk een glas gedronken op het terras van Hotel de Boer, later bekend als Hotel de Jong.

Incident met dodelijke afloop
Gebeurde er dan helemaal niets? Toch wel. In 1941 deed zich een pijnlijk incident voor, dat in schril contrast stond met het overigens zo rustig voortkabbelende dagelijkse leven. Minne Keestra, geboren en getogen op Ameland, vertelde aan iedereen met een luisterend oor over de geruchten die hij hoorde op Radio Oranje. Een Duitse soldaat wilde weten hoe hij aan deze informatie kwam. Dat weigerde Keestra te vertellen. Radio Oranje was immers verboden.

 

De soldaat dreigde hem dood te schieten. Keestra volhardde in zijn weigering en betaalde dat met zijn leven. Het eiland was in shock: dit was nou precies wat iedereen al die tijd had willen vermijden. De betreffende soldaat werd van het eiland verbannen en voor straf naar het beruchte oostfront gestuurd. Daaruit bleek eens te meer hoezeer ook de Duitsers de ‘lieve vrede’ wilden bewaren.

 

Gevallenen van Ameland
Naast de wrede dood van Minne Keestra verloor Ameland meer (oud-)bewoners aan de oorlog. Veel mannen brachten grote delen van de oorlog door op zee, wat aan het thuisfront grote zorgen met zich meebracht. In totaal kwamen zestien van het eiland afkomstige zeelieden om het lieven. Onder hen Jan J. van den Brink uit Nes. Hij sneuvelde tijdens gevechten op zee in de meidagen van 1940. Ook Jacob Vink kwam om het leven. Als matroos op het oorlogsschip ‘De Ruyter’ was hij betrokken bij de slag in de Javazee.

Collaboratie en verzet

Van een aantal bewoners van Ameland was bekend dat ze lid waren van de NSB. Een van hen was burgemeester Bouk Bakker, die niet van het eiland afkomstig was. Hij bekleedde het ambt van 1942 tot 1945 en was weinig geliefd onder de bewoners. Wel werd hij gewaardeerd om het feit dat hij zijn best deed om zoveel mogelijke Amelanders te onttrekken aan de Arbeitseinsatz. Na de bevrijding werd hij gearresteerd en overgebracht naar een interneringskamp in Leeuwarden.

 

Ondergronds werk
Op het eiland werd hier en daar zelfs ondergronds werk verricht. Dit was mogelijk doordat er buiten het spergebied nog voldoende bewegingsvrijheid was. Het ondergrondse verzet bestond vooral uit het huisvesten van onderduikers, waaronder een Joods meisje uit Amsterdam. Daarnaast werd informatie verzameld, die aan verzetsgroepen op het vasteland werd doorgespeeld.

 

Ongehoorzame beurtschippers
Ook van de beurtschippers van Ameland, die vanuit de Ballumerbocht een wekelijkste dienst onderhielden op Harlingen, is bekend dat ze zich weinig aantrokken van de regels van de bezetter. Met name Cor en Hans de Bruin en Gooi Visser lieten geen kans onbenut om de Duitsers zand in de ogen te strooien. Er werden niet alleen clandestien geslachte varkens naar de overkant gebracht, tegen de distributievoorschriften in, maar zelfs wapens naar het eiland gesmokkeld. Ze stonden er nauwelijks bij stil dat ze daar hun eigen leven mee in de waagschaal stelden.

Bevrijding

De Amelanders zagen de Nederlandse vlag al wapperen op de toren van Holwerd, aan de overkant, toen hun eiland nog steeds bezet was. Maar de Duitse militairen keken welwillend toe hoe de mensen alvast feest begonnen te vieren. Volgens ooggetuigen liepen de Duitsers en de feestvierende Amelanders dwars door elkaar heen. De Duitse militairen wilden maar één ding: zo snel mogelijk naar huis.

Ze wilden echter niet ontwapend worden door de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) die nu op het eiland bovengronds kwam. De NBS, door sommige Amelanders een ‘zooitje ongeregeld’ genoemd, nam op 11 mei op aanwijzing van het geallieerde opperbevel het burgerlijk gezag over. Op 3 juni arriveerden de geallieerde bevrijders en verlieten de Duitse troepen het eiland om via Terschelling naar Bremerhaven te varen.

Op 3 juni namen de Duitse soldaten afscheid van Ameland. De kok van III Batterie 246, ene Bomers, deed dat op deze originele manier.

Met de aankomst van de binnenlandse strijdkrachten (NBS), op de veerdam bij Nes, was de bevrijding van Ameland een feit.

De meeste bunkers op Ameland zijn na de oorlog verdwenen. Een deel werd gesloopt, maar vooral aan de westzijde van het eiland verdwenen de bunkers onder het zand. De keukenbunker van de batterij is tegenwoordig ingericht als bunkermuseum.

Bezoek Ameland