Leestijd: minder dan 8 minuten
Samen met Den Helder raakte Texel in een vroeg stadium betrokken bij de Duitse aanval op Nederland. Dit hing direct samen met de bijzondere positie van het eiland in het Waddengebied. Gezien de ligging, pal tegenover Den Helder aan het Marsdiep, was Texel namelijk onderdeel van de Stelling Den Helder.
Het eerste bombardement op Texel vond plaats op 10 juni 1940. Twee Messerschmitts vielen het vliegpark De Vlijt aan. Later die dag volgde een tweede aanval en ook op 11 mei kwam het vliegveld onder vuur te liggen. De Mok, een vliegkamp voor watervliegtuigen, kreeg op 11, 12, 13 en 14 mei een reeks aanvallen te verduren. Het lukte de Luftwaffe om veel Nederlandse vliegtuigen en watervliegtuigen onschadelijk te maken.
Texel beschikte tijdens de aanval over luchtafweer. Het Nederlandse leger bezette in het kader van de mobilisatie twee kustbatterijen. In totaal waren er in die dagen meer dan 1.500 Nederlandse militairen gelegerd op het eiland; van de landmacht, marine en luchtmacht. Maar ondanks het neerhalen van enkele Duitse vliegtuigen, kon de Nederlandse luchtmacht geen vuist maken. Den Helder en Texel vormden geen uitzondering. Ook de vliegvelden De Kooy, Bergen, Valkenburg, Ypenburg en Ockenburg werden verrast door Duitse aanvallen en konden maar weinig vliegtuigen inzetten.
Op 14 mei 1940 bombardeerden de Duitsers marinevliegkamp ‘De Mok’. Er bleef weinig van over.
Na de capitulatie van het Nederlandse leger zetten de Duitsers op 19 mei voet op Texel. De eerste Duitse troepen bestonden uit marine-eenheden. Daar kwamen al snel eenheden van de land- en luchtmacht bij. Het Duitse leger nam de Nederlandse batterijen over en ging voortvarend aan de slag met de bouw van bunkers die onderdeel werden van de latere Atlantikwall.
De eerste twee oorlogsjaren bouwden de Duitse troepen zogeheten Küverbunkers, kustverdedigingsbunkers. Deze waren dunwandig maar wel scherfvrij. Aan de noordzijde (Eierland) en de zuidzijde (de Hors) van het eiland werden kustbatterijen ingericht. Bij de Mok en Den Hoorn stelden de Duitsers twee luchtafweerbatterijen op, bedoeld om het luchtruim van Den Helder te verdedigingen.
Met de komst van het programma voor de Neue Westwall en later de Atlantikwall voorzag het Duitse leger de belangrijkste posities op Texel, de kustbatterijen en de commandopost bij het vliegveld, van betonnen bunkers die veel sterker waren dan de dunwandige Küverbunkers. Bij Den Burg verrees een belangrijke communicatiebunker, de Texla-bunker.
Mannen van de Duitse luchtmacht poseren op gedemonteerde zeemijnen, aangespoeld op het strand van Texel.
Op en rond Texel werden verscheidene geallieerde vliegtuigen door het Duitse luchtafweer en de Duitse jagers neergehaald. De jagers stegen op van de vliegvelden Leeuwarden en De Kooy bij Den Helder; luchtafweer kwam van de batterijen op Texel. Op het eiland zelf stortten negentien toestellen neer. Herinneringsstenen op verschillende plaatsen op het eiland herinneren daar nog aan. In de Noordzee en de Waddenzee verdwenen nog eens rond de dertig toestellen in zee als gevolg van Duitse aanvallen door jachtvliegtuigen.
Ook vanaf het Texelse vliegveld De Vlijt openden de roemruchte Messerschmitts hun jacht op geallieerde toestellen. Op 11 mei 1940 schoten ze een Fokker D-XVII in brand. Op 21 juni 1940 werden twee Engelse vliegtuigen, op weg naar Den Helder, vanaf Texel uit de lucht gehaald. De meeste bemanningsleden vonden de dood en werden op Texel begraven. Op 29 juli maakte een Engels toestel een noodlanding op Texel, vlakbij de boerderij De Witte Hoek, bewoond door de familie De Waard. Hierbij kwam de boordschutter om het leven. De piloot en waarnemer werden krijgsgevangen gemaakt. In totaal stortten er wel vijftig vliegtuigen op en bij Texel neer, vertelt Bram van Dijk.
Marinevliegkamp De Mok
De marinehaven en vliegkampen van Den Helder en Texel hadden zwaar te lijden onder de Duitse aanval. Op 14 mei zag de commandant van De Mok dat de situatie onhoudbaar was en besloot hij het marinevliegkamp op te blazen. De manschappen werden ondergebracht in hotel de Lindeboom. Daar smeedde een aantal jonge vliegeniers het plan om naar Engeland te ontsnappen. Hiervoor zochten ze als leider een ‘glasharde kerel’. Dat werd Koos Weber, Rotterdammer van geboorte en tijdens de mobilisatie gelegerd op respectievelijk vliegkamp de Kooy bij Den Helder en De Mok op Texel. Koos Weber nam de handschoen op en na een avontuurlijke tocht bereikten de mannen de Engelse kust. In Londen zetten ze hun strijd tegen de bezetter voort. Weber maakte vanuit Engeland een indrukwekkend aantal vlieguren. Op 30 augustus 1941 werd zijn vliegtuig uit de lucht gehaald. Zijn lichaam is nooit teruggevonden.
Doordat Texel een vliegveld bezat, van waaruit de Duitse jagers konden opereren, werd het eiland 215 keer gebombardeerd door geallieerde vliegtuigen. De meeste bommen waren afkomstig van vliegtuigen die hun missie richting Duitse steden vroegtijdig afbraken. Om toch als operationele vlucht in de boeken te komen, werd het bommenruim boven Texel geleegd, vaak zonder dat er een duidelijk doelwit was. Op 29 maart 1943 werd vliegveld De Vlijt door de Luftwaffe buiten gebruik gesteld.
Texel kreeg in de oorlogsjaren de nodige geallieerde bombardementen te verwerken. Zo werd de boerderij van Willem Johan Jacobszoon Boersen (1905-1976) in de nacht van 3 juli 1942 zwaar beschadigd door bommen die naar alle waarschijnlijkheid afkomstig waren van een Engels toestel.
Door de ligging aan het Marsdiep was Texel van groot strategisch belang voor de marinehaven Den Helder. De toegang tot Den Helder was goed te verdedigen vanuit Loodsmansduin en de Zuidbatterij. Dit verklaart de aanwezigheid van veel Duitse manschappen op het eiland tijdens de oorlogsjaren. Langsvarende Duitse konvooien profiteerden overdag vaak van de betrekkelijke veiligheid van het Marsdiep.
Tijdens de opmars van de Duitse legers in Rusland werden er veel krijgsgevangenen gemaakt. Zij kwamen onder erbarmelijke omstandigheden in kampen terecht. Om aan die ellende te ontsnappen, meldden veel Russen zich aan voor Duitse dienst toen de Duitse legerleiding onder krijgsgevangen ging rekruteren. Zo ontstonden in de loop van de oorlog ruim vijftig ‘Oostbataljons’ die werden ingezet aan het westfront en vaak delen van de Atlantikwall bemanden.
‘Dag der geboorte’
Op 6 februari 1945 loste op Texel een Georgisch bataljon van 756 man een Kaukasisch bataljon af. De Georgiërs waren eerder in Zandvoort gelegerd en via hun contacten in het verzet waren ze redelijk goed geïnformeerd over het verloop van de oorlog. De opmars van de geallieerde troepen kon voor hen twee dingen betekenen: of ze zouden worden ingezet aan het front in Oost-Nederland, of ze hadden bij terugkeer in Rusland represailles te vrezen wegens landverraad. Omdat geen van beide scenario’s hen lokte, werden plannen gesmeed om tegen de Duitse troepen op Texel in opstand te komen en op die manier hun blazoen te zuiveren. Hun operatie ging de geschiedenisboeken in als de ‘Dag der Geboorte’.
Georgiërs die de opstand op Texel overleefden wachtten gelaten op wat komen ging.
Op 5 april kreeg de bataljonscommandant van de Georgiërs, Sjalwa Loladze, inderdaad het bevel om zijn troepen gereed te maken voor vertrek naar het front in Oost-Nederland. Dat was het moment om tot actie over te gaan. In de nacht van 5 op 6 april brachten de Georgiërs enkele honderden Duitsers om in hun slaap. Het was een even stille als gruwelijke moordpartij, uitgevoerd met messen en dolken. Toen de Georgiërs zo’n twee derde van het eiland in handen hadden, klonken er schoten en begonnen de Duitsers een tegenoffensief.
Bloedige strijd
De Georgiërs hadden geprobeerd om de ondergrondse organisatie op Texel bij de opstand te betrekken, maar er was niet veel animo om mee te doen. Desondanks pakten de Duitsers veertien willekeurige Texelaars op, die zij verdachten van steun aan de Georgiërs. Met een vrachtwagen werden ze naar De Mok gebracht. Vier mannen wisten onderweg te ontsnappen, tien mannen werden bij aankomst gefusilleerd. Tijdens de daaropvolgende dagen woedde er een bloedige strijd op Texel. Met name Poldereiland kreeg het zeer zwaar te verduren, getuige de levendige herinneringen.
Opstand Georgiërs kost 117 Texelaars het leven
Langzaam maar zeker wisten de Duitsers de Georgiërs terug te dringen. Gevangenen werden direct geëxecuteerd. Het bolwerk rond de vuurtoren bij Eierland hield lang stand, maar ook deze bunker werd op 20 april 1945 heroverd. Daarop brak een soort guerrillaoorlog uit, waarbij veel boerderijen in brand werden gestoken. Den Burg, De Waal en De Koog liepen veel schade op. In totaal verloren 117 Texelaars het leven door deze schermutselingen, terwijl er tot april 1945 bijna geen doden onder de bevolking te betreuren waren. Theo Witte verloor zijn broer Henk tijdens de opstand van de Georgiërs, vertelt hij hier.
De Texelaars beleefden de naweeën van de opstand met gemengde gevoelens. De een zag de opstandelingen als helden, de ander juist als verraders en sluipmoordenaars. Overigens was het Georgische bataljon het enige Ostbataljon waarvan de leden die de opstand overleefden bij terugkomst in Rusland niet naar de strafkampen werden gestuurd.
Lees hier meer over de Georgische opstand →
Op 20 mei kwam het 1e Canadese legerkorps aan op Texel. Op 21 mei werden de Duitsers afgevoerd naar Den Helder, vanwaar ze vertrokken naar Wilhelmshaven. Het eiland bleef in shock achter. Zo kort voor de bevrijding eindigde de oorlog voor 117 Texelaars met de dood. Door de afslachting werd de bevrijding op Texel nauwelijks gevierd. ‘Het was absoluut geen feest,’ zeggen de getuigen.
Ruim zeshonderd Duitsers en 565 Georgiërs die op het eiland gestationeerd waren, overleefden de oorlog niet. Er werden 467 Georgiërs begraven op de Hoge Berg. De begraafplaats werd naar hun commandant vernoemd, Loladze. Het eerste monument dat op 15 juni 1945 verrees voor de Georgiërs, werd kort daarna door onbekenden besmeurd. De 236 Georgiërs die de opstand overleefden, vertrokken op 17 juni 1945 per schip vanuit Oudeschild naar Wilhelmshaven.
Op 20 mei 1945 arriveerden de Canadezen met veerboot ‘Dr. Wagemaker’ van de TESO op Texel.
Met ruim 500 bouwwerken, waaronder drie kustbatterijen en twee luchtafweerbatterijen, was Texel voor de Duitse bezetter een sterk steunpunt.
Het Luchtvaart- en Oorlogsmuseum heeft verschillende routes uitgezet langs de restanten van de Atlantikwall op Texel. Het museum werkt aan het weer toegankelijk maken van een aantal van de bunkers, waaronder de uitkijkpost van de zuidbatterij op de Loodsmansduin op de zuidpunt van het eiland en een aantal bunkers in de buurt van het museum zelf.
Bezoek Texel