De Wonsstelling

Ten oosten van de Afsluitdijk in de provincie Friesland, nog voor de kazematten van Kornwerderzand, lag een verdedigingslinie: de Wonsstelling. Dit was een negen kilometer lange boogvormige verdedigingslijn die liep van Zurich in het noorden langs de Gooiumervaart en de Melkvaart via Gooium, Haaijum en Wons naar Makkum. De linie was verdeeld in drie vakken: vak Zurich, vak Wons en vak Makkum.



De Wonsstelling moest de toegang tot de Afsluitdijk en de Friese kust beschermen tegen de Duitsers. De stelling stond onder commando van Stelling Den Helder. De Wonsstelling werd bemand door ongeveer 1.400 man (inclusief de terugtrekkende troepen), voornamelijk Friezen.



De bouwwerken van de Wonsstelling waren van hout en aarde gemaakt en staken als molshopen uit de weilanden. Door stijgend grondwater konden er namelijk geen kuilen en loopgraven worden gegraven. De grote bulten vielen dus behoorlijk op. Oorspronkelijk waren er ook plannen geweest voor de bouw van stevigere versterkingen, maar deze plannen konden niet op tijd worden uitgevoerd. Hout en aarde was echter niet bestand tegen artillerievuur en luchtaanvallen. Niet zoals de betonnen kazematten van Kornwerderzand. De manschappen gaven de stelling daarom de bijnaam ‘Wee-ons’. 

 

Op 11 mei 1940, toen Nederland één dag in oorlog was, kwamen de Duitse troepen in de buurt van de Afsluitdijk. De Wonsstelling stond nu alleen nog tussen hen en de Afsluitdijk. In de vroege ochtend van 12 mei vielen de Duitsers de Wonsstelling aan. De Nederlandse troepen wisten de eerste Duitsers te verjagen met mitrailleurvuur. Dit was voornamelijk bedoeld om de Duitsers te vertragen, zodat de Nederlandse troepen de kans kregen om zich over de Afsluitdijk terug te trekken. Ook de sluizen bij Makkum werden opengezet om het land onder water te zetten. Dit was echter niet erg succesvol vanwege de lage waterstand in het IJsselmeer door de verkeerde windrichting.

 

Er wordt nog wel eens beweerd dat de Friese verdedigers zich meteen uit de voeten maakten toen zij de vijand aan zagen komen. Niets is minder waar. Hoewel de aarden ‘kazematten’ vrij gemakkelijk werden uitgeschakeld en ze gedwongen werden zich terug te trekken of over te geven, stuitten de Duitsers ook zeker op felle tegenstand. De Nederlandse troepen gaven uiteindelijk pas uitgeput op toen de munitie van hun enige kanon op was.