Schiermonnikoog in de oorlogsjaren

 Leestijd: minder dan 5 minuten

De eerste Duitse militairen zetten op 15 mei 1940 voet aan land op Schiermonnikoog. Het ging om dertig man van de zeemacht en de Heer (de landmacht binnen de Wehrmacht), die overstaken vanaf het nabijgelegen Oost-Friese Waddeneiland Borkum. Ze gingen voortvarend te werk met de bouw van een radarpost ten noordoosten van het dorp en met de aanleg van een smalspoorlijn voor het transport van bouwmaterialen, aan te voeren vanaf zee en bestemd voor kustverdedigingswerken. Met het hijsen van de Duitse vlag, dicht bij de vuurtoren van Schiermonnikoog, was de bezetting een feit. In totaal kwam er ruim zevenhonderd man naar het eiland, vooral afkomstig van de zee- en luchtmacht. Dat was bijna evenveel als het aantal van achthonderd bewoners dat Schiermonnikoog in die tijd telde.

Op 15 mei 1940 marcheerden de eerste Duitse militairen door het dorp Schiermonnikoog.

Atlantikwall

Net als op de andere Waddeneilanden, werden ook op Schiermonnikoog de nodige bouwwerken opgetrokken als onderdeel van de Atlantikwall. In de duinen langs het strand werden bunkers gebouwd en aan het einde van de Prins Bernardweg ontstond een compleet dorp, ‘Schlei’ genaamd, dat bestond uit bunkers, radarinstallaties, gecamoufleerde barakken en luchtafweergeschut. Een van de bunkers was bedoeld om er een Wassermann-radarantenne te installeren, maar daar is het nooit van gekomen. In plaats daarvan werd even buiten het dorp een kleinere bunker met een kleiner type antenne gebouwd, die werd ingericht en gebruikt als communicatiecentrum.

Mobilisatie en capitulatie

Nadat Nederland de mobilisatie had aangekondigd, op 28 augustus 1939, vertrok een kleine groep mannelijke bewoners van het eiland naar het vasteland. In omgekeerde richting werden Nederlandse militairen op Schiermonnikoog ingekwartierd. Dat leidde niet tot oorlogshandelingen. De eerste Duitse militairen kwamen op het eiland aan op de dag waarop Nederland als reactie op het bombardement van Rotterdam capituleerde, op 15 mei 1940. Later dat jaar werden de bewoners van het eiland wel met het oorlogsgeweld geconfronteerd. Op 2 augustus 1940 spoelden de stoffelijke overschotten op het eiland aan van achttien Franse soldaten die bij de Slag om Duinkerke in Noord-Frankrijk om het leven kwamen. Ze vonden hun laatste rustplaats op begraafplaats ‘Vredenhof’.

Bezetting

Tijdens de bezettingsjaren bevonden zich ruim zevenhonderd Duitse soldaten op het eiland, tegen achthonderd bewoners. Net als alle andere Waddeneilanden kreeg Schiermonnikoog een Inselkommandant toegewezen. Samen met Ameland viel het eiland onder bevel van de kustcommandant van de Duitse Bocht (Küstenbefehlshaber in der Deutschen Bucht). In juni 1943 kwamen beide eilanden onder commando te staan van de Nederlandse divisie van de Duitse Wehrmacht.

 

Isolement
Als gevolg van de bezetting kwam het toerisme in de zomer van 1940 stil te liggen. Zonder speciale pas kwam niemand van het vasteland het eiland op. De bewoners zaten geïsoleerd in en in de directe omgeving van het dorp, op een klein deel van het eiland. Het grootste deel van Schiermonnikoog was spergebied en alleen toegankelijk voor arbeiders die voor de Duitsers werkten aan de bouw van stellingen. Omdat het om veel werk ging, ontliepen de meeste mannen van het eiland de tewerkstelling in Duitsland. Met hun bijdrage aan de stellingen wisten ze de wegvallende inkomsten uit het toerisme enigszins te compenseren.

 

De Stellingen
Met de betaalde inzet van de eilanders bouwden de Duitse militairen bunkers in de duinen, langs het strand, en trokken ze aan het einde van de Prins Bernhardweg een compleet dorp op, de ‘Schleistelling’.  Deze bestond uit bunkers, radarinstallaties, luchtafweergeschut en woonbarakken. De geschutstellingen van de zware luchtafweerbatterij in de duinen, op het noordwestelijke deel van het eiland, gebouwd voor de kustverdediging, werden bezet door mannen van de Duitse zeemacht. De Schleistelling, aan de oostzijde van het eiland, werd bezet door soldaten van de luchtmacht.

De Schleistelling
De kern van het ‘bunkerdorp’ was een Wassermann-radarbunker (L 480) die werd gebouwd tijdens het Winterausbauprogramm van de Atlantikwall (1942/1943). Het was de enige zware bunker in gewapend beton op het eiland. De beoogde zestig meter hoge Wassermann-antennemast werd nooit geplaatst. De diameter van de opening bleek te krap. Ter vervanging werd even verderop,  op een kleiner onderstel,  een Wassermann M IV geïnstalleerd. Naast de zware bunker telde de Schleistelling een groot aantal minder zware scherfvrije bunkers, waaronder een speciaal gebouw voor de analyse van meetgegevens.

Bevrijding

Op 15 april 1945, toen er nog hevig om de stad Groningen werd gevochten door Canadese en Duitse troepen, wisten 125 leden van de Duitse inlichtingendienst (SD-ers en SS-ers) te ontsnappen uit het gevreesde Scholtenhuis. Hier werden tijdens de oorlogsjaren gearresteerden gemarteld en veel gevangenen kwamen tijdens hun verblijf om het leven. De mannen vluchtten in boten over het Wad van Groningen naar Schiermonnikoog, waar ze niet erg welkom waren. Eilandcommandant Wittko liet ze bivakkeren in de kooiboerderij, ver buiten het dorp. Hij was beducht voor problemen vanwege de zeer slechte reputatie van de SD- en SS-agenten en liet voor de zekerheid een kanon op de kooiboerderij richten. De kanonnen waren echter meteen bij aankomst door de SD-ers en SS-ers gesaboteerd wat aangeeft hoe gespannen de onderlinge verhoudingen tussen de Duitse militairen op dat moment waren.

 

Gespannen verhoudingen
Toen Nederland officieel was bevrijd, wilde de eilandcommandant van Schiermonnikoog nog niet van opgeven weten. Het eiland kreeg te kampen met een strikter regime dan in de hele voorgaande oorlogsperiode. Door de gespannen verhoudingen tussen de militairen van de Wehrmacht en de leden van de SS en SD, kwam de bevolking van het eiland in de knel te zitten. Tegelijkertijd wilde de eilandcommandant proberen de Duitse stellingen op Oostmahorn te heroveren van de Canadezen. Dit resulteerde uiteindelijk in beschietingen vanaf het vasteland, waardoor de eilandbewoners dekking moesten zoeken.

 

Lees hier meer over de aanval op Oostmahorn 

Feest
Op 25 mei 1945 arriveerden de eerste Canadezen op het eiland. De mannen die vanuit het Groninger Scholtenhuis naar Schiermonnikoog wisten te ontkomen, werden op 31 mei afgevoerd. Hoewel de Duitse bezettingstroepen nog steeds op hun eiland aanwezig waren, vierden de bewoners van Schiermonnikoog op 1 juni 1945 hun bevrijdingsfeest. Op 11 juni werden de Duitse militairen per schip via Oostmahorn naar Duitsland afgevoerd.  Het laatste stukje Nederland was bevrijd.

Van de luchtafweerbatterij gingen alle zichtbare sporen verloren. Alleen de fundamenten zijn nog te zien en er liggen nog bunkers verborgen onder het zand. Van de Schleistelling zijn nog bunkers zichtbaar. In een van de bewaard gebleven gebouwen is een bunkermuseum gevestigd.

 

De Wassermannbunker ligt op het hoogste punt, enigszins landinwaarts, langs de Prins Bernhardweg die naar het bunkermuseum voert. De Wassermannbunker is vrij toegankelijk en biedt vanaf het dak een fraai uitzicht over het omliggende gebied.

Bezoek Schiermonnikoog