Noarderleech in de oorlogsjaren

 Leestijd: ongeveer 6 minuten

De observatiepost in het kweldergebied van Noarderleech hoort strikt genomen niet tot de Atlantikwall. Maar het scherfvrije onderkomen voor de waarnemers van de Luftwaffe vormt een interessante schakel tussen het vliegveld van Leeuwarden en de hevige luchtgevechten van de piloten boven het Waddengebied. 

 

Fliegerhorst Leeuwarden

Het vliegveld van Leeuwarden werd in de jaren 1936-1937 net buiten de stad aangelegd. Voor de oorlog werd de luchthaven vooral gebruikt voor binnenlandse passagiers- en vrachtvluchten. Al voor de bezetting zagen de Duitsers de gunstige ligging van het vliegveld ten opzicht van de kust. Meteen na de inval in Nederland, in de zomer van 1940, begonnen ze daarom met het transformeren van de vlieghaven tot een militair vliegveld: een Fliegerhorst. Iedere dag werkten er ruim zevenduizend arbeiders om startbanen, hangars, personeelsverblijven en opslagplaatsen aan te leggen. De Fliegerhorst heeft een belangrijke rol gespeeld in de felle strijd die zich in de lucht boven Nederland afspeelde.

De luchtoorlog in de omgeving van Noarderleech

Op 12 mei 1940 werden de bewoners van de boerderijen achter de zeedijk bij Hallum voor het eerst geconfronteerd met de luchtoorlog boven Nederland. Op die dag maakte een Duits jachtvliegtuig, een Messerschmitt Bf 109, aan het begin van de middag een noodlanding in het Noarderleech. De piloot, die boven de Afsluitdijk door luchtafweergeschut was beschoten, kon het vliegtuig ongedeerd verlaten. Hij werd afgevoerd naar het vliegveld van Leeuwarden. Twee dagen later capituleerde Nederland. 

 

Tijdens de oorlog stortten nog eens vijf geallieerde en zes Duitse vliegtuigen neer in de omgeving van Noarderleech. De meeste geallieerde en Duitse bemanningsleden kwamen hierbij om het leven. In Hallum zijn nog drie oorlogsgraven op de Algemene Begraafplaats. Sommige lichamen spoelden elders aan, zoals bij Harlingen, waar ze op de Algemene Begraafplaats zijn begraven. In de loop van de oorlog spoelden met zekere regelmaat lichamen aan van omgekomen bemanningsleden die elders boven het Waddengebied waren neergestort.

Soms wist de bemanning het vliegtuig wel vroegtijdig te verlaten, zoals die van de Short Stirling, een bommenwerper met brandbommen op weg naar Emden. Deze werd op 7 juni 1942 boven Schiermonnikoog door een Messerschmitt geraakt en stortte bij Noarderleech in een weiland neer. De acht bemanningsleden wisten zich met een parachute te redden. Eenmaal op de grond werden ze ingerekend. 

 

Schoenen van waanzin

Een bijzonder verhaal is ook dat van de piloot van een Amerikaans B17, die op 11 december 1943 ten noorden van Ferwert bij de waddendijk neerstortte. Een Duitse officier belast met de berging van het vliegtuig was ingekwartierd op een boerderij achter de zeedijk. Hier verbleef ook Jouke Bouwma, bij wie de officier een aantal dagen een kamer deelde. Bekijk hier hoe dit verhaal leidde tot de tentoonstelling van ‘de schoenen van waanzin’ in het Fries Verzetsmuseum in Leeuwarden.

Oefenterrein

Een gedeelte van het Noarderleech werd vanaf augustus 1940 als oefenterrein van de Fliegerhorst Leeuwarden in gebruik genomen. Duitse piloten oefenden in het kweldergebied met het gooien van oefenbommen van beton en ijzer op houten modellen van schepen. Zij wierpen de bommen af tijdens duikvluchten. Tijdens een oefening moest de polhoeder, de beheerder van het gebied, er op toe zien dat er geen mensen en vee meer in het Noarderleech aanwezig waren. Daarnaast moest hij ervoor zorgen dat de inslagkraters van de bommen weer werden gedicht.

 

Er werden echter niet alleen ongevaarlijke oefenbommen afgeworpen in dit gebied. Piloten mochten om veiligheidsredenen nooit landen met hun bommenlast aan boord. Het oefenterrein kreeg dus ook noodafworpen van echte bommen te verduren. Vlakbij de zomerdijk brachten de Duitsers een grote letter ‘N’ aan in het landschap, wat de piloten op de aanwezigheid van deze ‘Notabwurfplatz’ wees. Na een noodafworp moesten de niet-ontplofte vliegtuigbommen zo snel mogelijk worden verwijderd. Dit was natuurlijk niet zonder risico. Op 6 juni 1942 kwamen hierbij drie Duitse militairen om.

Observatiebunker

In 1941 werd er een observatiebunker op het oefenterrein gebouwd om de resultaten van de oefenbombardementen en -beschietingen veilig te kunnen observeren. In de bunker was de legerleiding goed beschermd door de betonnen wanden van meer dan vijftig centimeter dik. De verhoogde vloer zorgde ervoor dat het bouwwerk bij overstroming van het buitendijkse gebied niet onder water kwam te staan. Aan de noordzijde van de bunker, boven de observatiesleuven, was tijdens de oorlog een grote spiegel aangebracht. Zo konden de verrichtingen van de vliegeniers van alle kanten worden geobserveerd. In de betonnen oefenbommen zat een glazen capsule met fosfor. Wanneer zo’n bom de grond raakte, ontstond er vuur en rook. De waarnemers konden op die manier de inslag vanuit de bunker waarnemen. 

 

Het laatste bombardement boven het oefenterrein was waarschijnlijk in 1944. Kort voor de bevrijding hebben de Duitsers nog geprobeerd de observatiebunker op te blazen, tevergeefs. De bunker raakte wel beschadigd, maar is na de oorlog nog gebruikt als opslagplaats voor de polhoeder en als schaftlokaal voor landaanwinningsarbeiders.

Fatale oefenvlucht

Oefenvluchten waren ook niet zonder gevaar, dat blijkt uit de dood van de 21-jarige onderofficier Georg Wilhelm, een piloot uit Leipzig. Op 16 juli 1943 steeg hij in zijn Messerschmitt Bf 109 ‘Gelbe 3’ op vanaf de Fliegerhorst Leeuwarden om boven het Noarderleech oefenbommen af te werpen. Nadat hij dit had gedaan, bleef Georg boven het terrein cirkelen om het resultaat van zijn afworp te bekijken. Hierbij maakte hij echter een fatale besturingsfout. Het vliegtuig stortte vanaf een hoogte van zo’n vijfhonderd meter naar beneden. Door de grote snelheid waarmee het de grond raakte werd Georg Wilhelm op slag gedood.

Georg Wilhelm

Het wrak drong diep door in de zachte bodem van het oefenterrein. De Luftwaffe slaagde er daardoor niet in om Georgs lichaam te bergen. Al tijdens de bezetting markeerden de Duitsers de locatie van de crash als veldgraf. Na de bevrijding werd het grote Duitse kruis dat op het gras was geplaatst vervangen door een eenvoudig houten exemplaar. In de jaren ‘70 werd ook dit gedenkteken verwijderd. 

De observatiebunker en het voormalige oefenterrein in Noarderleech maakten strikt genomen geen deel uit van de Atlantikwall. Het is wel een belangrijke plek in het verhaal van het Waddengebied in de Tweede Wereldoorlog en om die reden één van de tien locaties van 'Atlantikwall in het Waddengebied'.

Bezoek Noarderleech